gezondheidherstelpsychologie

Waarom je steeds terugvalt in oude gewoontes (en het niets met wilskracht te maken heeft)

screenshot 2025 11 16 23.56.57

Inleiding: Het Gevoel van Falen

Je kent het wel. Na een periode van vooruitgang val je plotseling terug in die ene gewoonte die je zo graag wilde loslaten. Het snaaien na een stressvolle dag, die sigaret die je stiekem opsteekt, het glas wijn dat er één te veel is. Meteen daarna komt het bekende gevoel: een steek van schuld, frustratie en de harde conclusie dat je blijkbaar niet genoeg wilskracht hebt. Je voelt je zwak, alsof je gefaald hebt.

Maar wat als dat hele verhaal over wilskracht niet klopt? Wat als dit gedrag niets te maken heeft met zwakte, maar alles met een diep, over het hoofd gezien mechanisme in je zenuwstelsel? Dit mechanisme draait om een cruciaal overgangsmoment dat we het ‘Kantelpunt’ noemen. Dit verschuift het probleem van een morele strijd (‘ben ik sterk genoeg?’) naar een systemische vraag (‘wat heeft mijn zenuwstelsel nu nodig?’).

Wat is dit kantelpunt, en waarom verandert het herkennen ervan alles aan hoe je naar je eigen gedrag kijkt?

De Verrassende Inzichten

1. Dat rusteloze gevoel is geen zwakte, maar je systeem in transitie

Het ‘Kantelpunt’ is de cruciale, vluchtige overgangsfase waarin je de beschermende wereld van ‘Vervreemding’ (afstand, ontkenning, wantrouwen) verlaat en de open wereld van ‘Verbinding’ (voelen, contact) betreedt. Het is een scharnierzone waarin je zenuwstelsel aan het herschikken is.

Dit moment wordt gekenmerkt door een desoriënterende golf van innerlijke onrust, die kan schommelen tussen de euforie van een nieuw inzicht en de wanhoop van de angst voor verandering. Je ervaart spanning, prikkelbaarheid en een bijna onweerstaanbare drang naar je oude, vertrouwde gewoontes. Het meest verrassende inzicht is dit: deze drang ontstaat niet omdat je faalt of terugvalt, maar juist omdat je systeem aan het verschuiven is. Je vecht dus niet tegen een slechte gewoonte; je ervaart de fysiologische onrust van een systeem dat zich herkalibreert.

Het kantelpunt is geen foutmelding, maar een signaal.

2. De echte valkuil is niet de gewoonte, maar de zelfkritiek daarna

Stel, je geeft toe aan de drang. Je rookt die sigaret of eet die zak chips leeg. De echte schade ontstaat meestal niet door deze actie zelf, maar door wat er daarna gebeurt: het schuldgevoel, de schaamte en de genadeloze zelfkritiek. Dit noemen we de ’tweede val’.

Deze zelf-afwijzing versterkt de diepe overtuiging die bij Vervreemding hoort: “zie je wel, ik ben slecht/waardeloos/zwak”. Het duwt je direct terug naar de eerdere fasen van isolement, waardoor de weg naar herstel wordt afgesneden. Het tegengif is compassie. Zelfcompassie is niet zomaar vriendelijk zijn; het is een bewuste actie die je uit de spiraal trekt en je positioneert in de latere fasen van het model: Erkenning (Fase 6) en Verbinding (Fase 7). Het is de keuze om tegen jezelf te zeggen: “Dit is pijn. Ik doe dit om de pijn te verzachten. Ik ben menselijk, niet slecht.”

De meeste mensen komen vast te zitten niet door de eerste val (de gewoonte zelf), maar door de tweede val: zelfverwijt, schaamte of strenge oordelen.

Deze neiging tot zelfkritiek is niet bij iedereen even sterk. Het hangt vaak af van hoe diep ons interne anker van veiligheid is—iets wat wordt bepaald door onze hechtingstijl.

3. Je hechtingstijl bepaalt hoe snel je ‘getriggerd’ wordt

Hechting functioneert als een anker voor je innerlijke toestand. Het bepaalt hoe stabiel je bent wanneer de onrust van het Kantelpunt opsteekt. Iemand met een veilige hechting beschikt over een innerlijk werkmodel dat ervan uitgaat dat verbinding betrouwbaar is. Zo iemand is ‘beter verankerd’ en kan meer onrust verdragen voordat het systeem in de overlevingsstand schiet. Voor iemand met een onveilige hechting zijn de drempels lager.

Iemand met een onveilige hechting heeft dus niet alleen een lagere drempel voor de onrust van het Kantelpunt, maar is daardoor ook vatbaarder voor de ’tweede val’ van zelfkritiek wanneer de coping-actie plaatsvindt. Het verschil is concreet en treffend: voor de één is het al genoeg als een “lief een middag weg is” om de drang naar een sigaret te voelen, terwijl de ander pas iets merkt bij een “serieuze gebeurtenis, zoals het overlijden van een dierbare”.

4. Uiteindelijk draait alles om één cruciale keuze in je overtuiging

Op het Kantelpunt komt alle spanning samen in één fundamentele, vaak onbewuste keuze. Deze keuze gaat niet over roken of niet roken, maar over de overtuiging die je op dat moment kiest. Het is de splitsing tussen twee wereldbeelden.

RichtingOvertuiging
Naar Vervreemding“Ik ben anders dan de rest”
Naar Verbinding“Dat zijn mensen net als ik, van wie ik kan leren”

De hele reis van herstel is dus een existentiële beweging van ontmenselijking—het gevoel een defect, afwijkend geval te zijn—naar het omarmen van je eigen, gedeelde menselijkheid. Het gaat van het gevoel van afzondering (“ik sta buiten de menselijke kring”) naar een gevoel van deelname (“ik maak deel uit van de menselijke kring”).

Conclusie: Het Kantelpunt als Wegwijzer

Het herkennen van het Kantelpunt verandert je interpretatie van je gedrag fundamenteel. Wat voelde als een valkuil, blijkt een wegwijzer te zijn. Het vertelt je niet dat je faalt, maar dat je aan het bewegen bent. Het is een signaal dat je systeem zich opent en dat er een kans is voor groei.

Dit inzicht bevrijdt je van de uitputtende strijd tegen ‘wilskracht’. In plaats daarvan leer je werken met de logica van je eigen zenuwstelsel. Dit maakt ruimte voor mildheid, realisme en slimmere keuzes, precies op de momenten dat je die het hardst nodig hebt.

Wat als die onrust de volgende keer geen teken van falen is, maar een uitnodiging om bewust te kiezen: verdoving of verbinding?

Hi, I’m Nicole

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *